Dit is wat je moet doen bij autopech
Autopech hebben is nooit fijn – en al helemaal niet op reis. Idealiter voorkom je zo’n situatie dan ook door je auto goed te onderhouden en voor te bereiden. Kom je toch in panne te staan? Dan hoef je niet te panikeren: volg gewoon deze stappen en alles komt goed.
Zet je aan de rechterkant van de weg en stap uit
Als je autopech hebt, zet je dan zoveel mogelijk aan de rechterkant van de weg. Ben je op de snelweg? Zet je dan uiterst rechts op de pechstrook. Draai je wielen naar rechts, zet je motor uit en vergeet de handrem niet op te trekken. Zorg vervolgens dat iedereen de auto langs rechts verlaat – dus niet aan de kant van het verkeer – en ga achter de vangrails staan. Blijf vooral niet in de auto zitten. Huisdieren laat je dan weer beter wel in de wagen achter. Anders riskeer je dat ze in paniek raken en de weg oplopen. Ook als er slachtoffers zijn die de auto niet meer zelf kunnen verlaten, na een ongeval bijvoorbeeld, laat je ze rustig zitten.
Safety first
Bij autopech is de chauffeur verplicht om een fluohesje te dragen. Om het aankomend verkeer te waarschuwen en verdere ongelukken te voorkomen, plaats je je gevarendriehoek ongeveer 100 meter achter de auto en zet je je vier richtingaanwijzers aan.
Neem contact op met de pechverhelping
Bevindt je defecte auto zich op de snelweg? Probeer dan vooral niet zelf om de auto weer aan de praat te krijgen. Zet je achter de vangrails en neem contact op met de pechverhelpingdienst. Heb je een pechhulpverzekering? Dan kun je bellen naar ons centrale telefoonnummer +32 2 773 62 61.